Vaststellingsovereenkomst

Vaststellingsovereenkomst / beeindigingsovereenkomst werkgever

De makkelijkste manier om een einde te maken aan een dienstverband is met wederzijds goedvinden in een vaststellingsovereenkomst. Je maakt met je werknemer afspraken over de voorwaarden voor beëindiging. Daarmee heb je de situatie zelf in de hand; je weet wanneer het dienstverband eindigt én wat de totale kosten zullen zijn. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, ook wel een beëindigingsovereenkomst genoemd.

Maar wat moet er in een beëindigingsovereenkomst staan? In ieder geval de volgende punten:

  1. Juiste namen en adresgegevens van de werkgever en de werknemer;
  2. WW-proof: je stelt de overeenkomst zo op dat deze niet in de weg staat aan een eventuele WW-aanvraag van werknemer. Dat betekent dat je opneemt dat het dienstverband eindigt met wederzijds goedvinden, wat de reden van de beëindiging is (verschil van inzicht of verval van de functie door economische redenen), dat het initiatief voor beëindiging van de werkgever komt, dat werknemer niets te wijten is, dat er geen andere herplaatsingsmogelijkheden zijn en dat er geen sprake is van een dringende reden.
  3. De einddatum van het dienstverband. Deze is zo gekozen dat de opzegtermijn in acht wordt genomen;
  4. Transitievergoeding: deze is niet verplicht, maar wel aan te raden. Waarom zou de werknemer immers anders instemmen met de beëindiging?
  5. Voortzetting van de werkzaamheden of vrijstelling van werk tot einde dienstverband;
  6. Eindafrekening: wanneer vindt deze plaats;
  7. Inleveren van bedrijfseigendommen: wat en wanneer;
  8. Geheimhouding van vertrouwelijke informatie. Denk aan bedrijfsgevoelige informatie, maar ook de inhoud van deze vaststellingsovereenkomst zelf wil je niet delen met derden;
  9. Finale kwijting: je spreekt af dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben na einde dienstverband;
  10. Spreek af dat de werknemer zich bij je meldt als hij binnen 4 weken na einde dienstverband alsnog ziek wordt.
  11. Bedenktermijn van 2 weken. De werknemer mag binnen 2 weken na ondertekening terug komen op zijn besluit om in te stemmen met beëindiging. Doet de werknemer dat, dan blijft hij gewoon in dienst.
  12. Datum en ondertekening. Stel deze datum voor het begin van de opzegtermijn. Voorbeeld: de opzegtermijn is 2 maanden. Het dienstverband eindigt op 1 april. Dan moet de overeenkomst uiterlijk 31 januari (voor 1 februari) getekend worden.

Maar denk bij een vaststellingsovereenkomst ook aan:

  1. Handhaving of ontheffing van een concurrentiebeding en relatiebeding;
  2. Handhaving of ontheffing van een studiekostenbeding;
  3. Bij vrijstelling van werk: verrekening van de openstaande verlofdagen met deze vrijstellingsperiode;
  4. Juridische kosten: de werkgever betaalt aan de werknemer een bepaald bedrag zodat de werknemer de overeenkomst kan laten toetsen. Het helpt in het proces om tot overeenstemming te komen als de werknemer wordt bijgestaan door een jurist.
  5. Getuigschrift en referenties.

TIP: een vaststellingsovereenkomst:

is alleen een bevestiging van de afspraken die je hebt uit onderhandelt met de werknemer. Zorg voor maximaal resultaat door je goed voor te bereiden voor je in onderhandeling gaat:

-          Zorg voor een goede onderbouwing bij je eerste voorstel, bijvoorbeeld op basis van het personeelsdossier waaruit het disfunctioneren blijkt;

-          Weet wat je doel is en wat je maximaal bereid bent om te betalen;

-          En hou de termijn scherp in de gaten en wees er alert op als de werknemer of zijn jurist de zaak probeert te vertragen.

vaststellingsovereenkomst

Wil je meer weten over de vaststellingsovereenkomst

Bel ons vandaag nog voor een meer informatie