Werknemer schorsen

Schorsing of non-actiefstelling?

Je werknemer heeft het wel heel bont gemaakt of er is een heftig arbeidsconflict ontstaan. Je wilt hem of haar daarom tijdelijk niet meer op de werkvloer hebben. Je schorst hem of stelt hem op non-actief. Je doet dit om de situatie te de-escaleren of om te onderzoeken of ontslag een haalbare kaart is. Er is trouwens geen juridisch verschil tussen beide maatregelen. Maar de schorsing heeft wel een negatievere klank. Gebruik schorsing dus als je een extra zware lading aan de maatregel wilt geven. Non-actiefstelling is meer geschikt als het bijvoorbeeld alleen tijdelijk is en je daarna nog verder met elkaar moet.

Wanneer een schorsing of non-actiefstelling inzetten?

Non-actiefstelling kan toegepast worden bij:

-          beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden; de medewerker wordt tot het einde van het dienstverband op non-actief gesteld;

-          een reorganisatie en de werkzaamheden komen te vervallen.

Als de schorsing is bedoeld als een disciplinaire maatregel, dan is dit een zwaar middel. Je kunt de schorsing alleen inzetten als je daarvoor een goede reden hebt. Denk bijvoorbeeld aan:

-       Een verstoorde arbeidsrelatie;

-       Een werknemer die zich (ernstig) misdraagt;

-       Onderzoek doen naar een gegronde reden voor ontslag;

-       Arbeidsconflict tussen werknemers onderling;

Als verwijtbaar gedrag van de werknemer de reden van de schorsing is, dan zal hij bovendien eerst meerdere malen gewaarschuwd moeten zijn voordat je de maatregel in kunt zetten. 

Voorwaarden schorsing of non-actiefstelling

De werknemer heeft een zwaarwegend recht op werk. Alleen als jij als werkgever een zwaarder wegend belang hebt én terugkeer van de werknemer leidt tot een onwerkbare situatie, dan kun je een schorsing opleggen. De voorwaarden zijn:

  1. er is geen ander middel mogelijk dan een schorsing,
  2. het salaris en alle andere arbeidsvoorwaarden moeten worden doorbetaald en;
  3. schorsing is heel duidelijk een tijdelijke maatregel. De maatregel wordt schriftelijk opgelegd met daarbij een duidelijke tijdslimiet.

Uitgangspunt is dat de werknemer moet weten waar hij aan toe is.

Wel of geen loon?

Bij schorsing of non-actiefstelling wordt de werknemer vrijgesteld van werk mét behoud van loon. De schorsing komt namelijk voor rekening en risico van de werkgever. Ook als de schorsing aan de werknemer te wijten is! Alleen als in de arbeidsovereenkomst of in een cao anders afgesproken is, kun je mogelijk het loon stopzetten.

Tegenreactie werknemer schorsing of non-actiefstelling

Als je een werknemer een schorsing oplegt, dan kun je van de (gemachtigde van de) werknemer een tegenreactie verwachten: de werknemer zal weer toegelaten willen worden tot het werk (wedertewerkstelling eisen) en hij zal vragen om eerherstel (rehabilitatie).

Dus:

Schorsing kan een nuttig instrument zijn in een problematische situatie met een werknemer. Maar je moet wel een aantoonbaar en zwaarwegend belang hebben om schorsing in te kunnen zetten. Vaak is het een eerste stap naar ontslag. Goed om je te laten adviseren dus, zodat je de juiste stappen neemt.

 Schorsing of non-actiefstelling